Lunchlezing jurisprudentie vrijheid van meningsuiting 30 mei

Op donderdag 30 mei 2024 organiseert de Vereniging voor Onderwijsrecht weer een digitale lunchlezing. Deze keer staat de rechtszaak van Paula van Manen en vrijheid van meningsuiting in het onderwijs centraal. Zie Ontslag docente is inbreuk op vrijheid van meningsuiting (rechtspraak.nl)

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft beslist dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docente een ongeoorloofde inbreuk was op haar vrijheid van meningsuiting. De docente had een kritisch boek geschreven over het vernieuwde onderwijs aan het ROC waar zij les gaf. Niet lang na het verschijnen van het boek is haar arbeidsovereenkomst ontbonden. De beslissing van het hof volgt na een verwijzing door de Hoge Raad. Eerder oordeelden de rechtbank Gelderland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden anders in deze zaak.

Wouter Pors, advocaat van de docente, zal de inleiding verzorgen. Vervolgens zal hoogleraar sociaal recht Guus Heerma van Voss reflecteren op deze rechtszaak en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. Daarna zal er zoals altijd nog ruimte zijn voor vragen en debat. De lunchlezing begint om 12 uur en eindigt om 13 uur. VvO-leden hebben een link voor de MS Teams sessie ontvangen via de VvO-nieuwsbrief.

Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 14 juni

De volgende bijeenkomst van de werkgroep medezeggenschapsrecht vindt daarom plaats op 14 juni 2024, wederom van 16.00 tot 17.00 uur. Gespreksonderwerp voor die middag zijn enkele vragen ingebracht door Marco Frijlink, voorzitter van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO). Deze betreffen de medezeggenschap bij overdracht en scholenfusie:

“Een fusie van 2 scholen van twee verschillende stichtingen kan in de praktijk de nodige vragen oproepen met betrekking tot de rechten van de medezeggenschap. Moet een school eerst overgaan naar de andere stichting? Dan is dat een fusie (art. 64 lid 1 sub a Wpo), waar op zichzelf een FER voor nodig is, waarbij de MR van de school en de GMR van de ontvangende stichting instemmingsrecht hebben. Daarna kunnen vervolgens de beide scholen kunnen op de reguliere wijze fuseren. Als we zouden zeggen dat de scholen kunnen fuseren zonder voorafgaande bestuursoverdracht dan roept dat vragen op. Een belangrijke is: hoe komt de beslissing tot stand onder welk bestuur de fusieschool komt te hangen (m.a.w. welk brinnummer wordt gebruikt). Dat is een keuze die het belang van de individuele scholen behoorlijk kan overstijgen, onder andere vanwege de financiële en personele gevolgen. Ook andersom geredeneerd: als er overeenstemming is dat bij overdracht van een school naar een andere stichting, de GMR van de ontvangende stichting moet instemmen, waarom zou deze GMR bij het overdragen van een school -uit- de stichting daar dan niks over te zeggen hebben. Kortom, ik wissel graag van gedachten over de letter en de geest van de wet ten aanzien van een fusie tussen twee scholen van verschillende besturen.”

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand (m.u.v augustus), van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 12 juli, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.

Met vriendelijke groet,

Marcel Koning

Stafmedewerker AOb / adviseur medezeggenschap

Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 5 april

Op vrijdag 5 april 2024, van 16.00 tot 17.00 uur, staat er weer een bijeenkomst van de VvO-werkgroep medezeggenschapsrecht gepland. Dit betreft wederom een korte online-bijeenkomst (via Teams).

Gespreksonderwerp deze keer betreft de inrichting van de medezeggenschap t.b.v. personeel dat werkzaam is voor meer dan één school. Bijvoorbeeld werknemers van een stafbureau, een facilitaire dienst, of een groep ambulant begeleiders die bovenschools wordt aangestuurd. Artikel 3 lid 6 WMS biedt de mogelijkheid om voor deze categorie werknemers een medezeggenschapsraad in te stellen welke (volledig) bestaat uit leden die uit en door dat personeel worden gekozen. Dat betreft een kan-bepaling. Vraag is: bij hoeveel werknemers is zo’n formele raad functioneel, en zijn er alternatieven?

De MvT bij de WMS noemt bijvoorbeeld als optie om medezeggenschap van personeel dat werkzaam is voor meer dan één school te regelen door toedeling van dat personeel aan een school. In dat geval is het personeel dus vertegenwoordigd door de medezeggenschapsraad van die school. Maar dit is vaak geen reële optie wanneer de schoolleiding niet gaat over de bedrijfsvoering m.b.t. zo’n staf- of facilitaire dienst.

Een vaak gestelde vraag is ook: hoe wordt het bovenschools personeel vertegenwoordigd in de GMR? Wanneer deze werknemers kiesgerechtigd zijn t.a.v. de medezeggenschapsraad van een specifieke school dan zijn zij op die manier ook vertegenwoordigd in de GMR. Maar als er toepassing is gegeven aan artikel 3 lid 6 WMS doet zich de vraag voor of deze medezeggenschapsraad ook een afvaardiging naar de GMR mag kiezen? En zo ja, op welke wijze de paritaire samenstelling van de GMR moet worden geborgd?

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand (m.u.v. augustus), van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 10 mei, 14 juni, 12 juli, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.

Met vriendelijke groet,

Marcel Koning

Inhoudsopgave School en Wet nr. 1 2024

ARTIKELEN

Mr. F. Sabet

Een Interbestuurlijk Toezichtkader: middel tegen segregatie in het onderwijs? / p.7

Begin 2023 is het zogeheten Interbestuurlijk Toezichtkader van kracht geworden. In dit artikel wordt verkend wat het interbestuurlijk toezicht in het onderwijs inhoudt, en welke doorwerking dat toezicht kan hebben op gemeenten en schoolbesturen. Daarbij ligt de focus op het tegengaan van segregatie in het onderwijs.

KRONIEK

Mr. V. Kellenaar

Onderwijshuisvesting / p. 14

In dit katern wordt nader ingegaan op de ontwikkeling richting een wettelijk verplicht Integraal Huisvestingspan en Meerjarenonderhoudsplan, alsmede de verankering van het begrip ‘renovatie’ in de onderwijswetten en het leggen van de verantwoordelijkheid voor renovatie bij gemeenten.

Inhoudsopgave School en Wet nr. 6 2023

ARTIKELEN

Mr. R.M. de Bekker

De commissies van beroep: relatief onbekend in het onderwijsveld /p.7

Afgelopen voorjaar heeft het expertisecentrum van Stichting Onderwijsgeschillen een evaluatieonderzoek naar geschilbehandeling door de commissies van beroep in de onderwijspraktijk uitgebracht. De bevindingen en aangedragen verbeterpunten en denkrichtingen zijn aanleiding om dit rapport en de commissies van beroep nader onder de loep te nemen en waar mogelijk te komen met meer concrete oplossingsrichtingen.

Mr. O. Luiken

25 jaar klachtrecht in het onderwijs en LKC /p.19

In dit artikel ligt de focus op het doel van het klachtrecht en de verandering in werkwijze van en beoordeling door de LKC. Ook wordt ingegaan op de evaluatie van het klachtstelsel. Ter afsluiting wordt gekeken naar de toekomst; naar het participatierecht van de leerling bij de procedure van de LKC en het concept wetsvoorstel waarin het klachtrecht in het onderwijs wordt gewijzigd.

Mr. J. Streefkerk en mr. J.W. de Bruin

Beroepsmatig balanceren: de onderwijsbestuurder anno 2023 /p.29

Na enkele inleidende opmerkingen over de positie van de bestuurder als permanente balanceerkunstenaar wordt de invulling van de werkgeversrol jegens de bestuurder, door de raad van toezicht beschreven. Tevens komen arbeidsvoorwaardelijke vragen die voortvloeien uit de cao bestuurders funderend onderwijs en de Wet normering topinkomens aan bod.

KRONIEK

Mr. dr. J. Sperling

Kroniek Leerplichtwet/ p.37

Dit is de eerste kroniek over de Leerplichtwet 1969, hierin worden recente wetgeving, wetgevingsvoorstellen en rechtspraak besproken. De Leerplichtwet 1969 vormt een van de belangrijkste fundamenten van het onderwijsrecht. Het legt het verband tussen de voornaamste betrokkenen in het onderwijs: minderjarigen, hun ouders, de overheid en scholen. Minderjarigen hebben recht op onderwijs en hun ouders hebben de verantwoordelijkheid om dit recht te waarborgen.

Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 9 februari

Op vrijdag 9 februari 2024, van 16.00 tot 17.00 uur, staat er weer een bijeenkomst van de VvO-werkgroep medezeggenschapsrecht gepland. Dit betreft een korte online-bijeenkomst (via Teams). 

Joke Sperling (per 1 februari 2024 niet langer lid van de LCG WMS) zal deze bijeenkomst spreken over de toegankelijkheid tot de LCG WMS. Aan welke voorwaarden moet een verzoek voldoen voordat de LCG WMS aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil toekomt? Joke wil graag horen van de leden van de werkgroep of zij vinden dat de toegankelijkheid kan verbeteren, en zo ja, hoe? Moet bijvoorbeeld de geschillenregeling een meer algemene regeling worden zonder onderscheid naar artikelen 32, 33, 34 en 35 WMS (zie artikel 36 lid 2 WOR) of moet het interpretatiegeschil weer worden ingevoerd?

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand (m.u.v. april en augustus), van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 8 maart, 5 april, 10 mei, 14 juni, 12 juli, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.