Presentaties VvO-voorjaarssymposium

Op 12 april 2024 heeft het Voorjaarssymposium van de Vereniging voor Onderwijsrecht weer plaatsgevonden.

Deelnemers aan n voor het Voorjaarssymposium konden tijdens het symposium deelnemen aan twee van de drie mogelijke workshops. De presentaties van de workshops zijn nu te downloaden:

Workshop A: De (on)mogelijkheden voor uitschrijving van studenten in het hoger onderwijs door Margot de Jong-Noordermeer (jurist aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Erasmus MC) en Marjoleine van Leerdam (jurist aan de TU Delft).

Workshop B: Maakt het wetsvoorstel Vrij en Veilig onderwijs het onderwijs veiliger? door Achien Gröllers (bestuurssecretaris van de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs) en Denise LePair (secretaris bij de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs):

Workshop C:  De werkgeversrol van de RvT in de nieuwe cao bestuurders funderend onderwijs door Eric Rietkerk (bestuurslid van de VvOB) en Inge Haan (partner van ScoliX en docent bij de TOI-NVTK-academie):

Inhoudsopgave School en Wet nr. 2 2024

ARTIKELEN

Mr. dr. M.F. Nolen

Een verduidelijking van de positie van het bestuur van onderwijsorganisaties. Een reflectie op het              adviesrapport van de Onderwijsraad /p. 6

In het adviesrapport van de Onderwijsraad ‘Een duidelijke positie voor schoolbesturen’ wordt de vraag gesteld wat nodig is om schoolbesturen de verantwoordelijkheid te laten waarmaken die hoort bij hun positie in het onderwijsbestel. Aanleiding voor het adviesrapport vormden de huidige discussie over de opdracht van onderwijsorganisaties en hun besturen en recente beleidsvoornemens. Het adviesrapport volgt op eerdere adviezen van de Onderwijsraad over onder meer schoolleiders, leraren en extern toezicht. Dit is het eerste adviesrapport van de Onderwijsraad dat zich specifiek richt op het bestuur van onderwijsorganisaties.

Prof. dr. mr. R. van Schoonhoven, B. de Grunt en mr. J. van den Brink

Het economisch claimrecht in perspectief/p. 15

De  Hoge Raad wees een arrest over een zaak waarin het economisch claimrecht centraal stond. Dit claimrecht is opgenomen in art. 110 WPO en bepaalt dat het eigendomsrecht op het schoolgebouw en –terrein om niet wordt overgedragen aan de gemeente, wanneer de school ophoudt te bestaan. Het arrest geeft een interpretatie aan het claimrecht die anders is dan die waarvan gemeenten en schoolbesturen tot nu toe veelal uitgingen. Deze lijn heeft mogelijkerwijs niet alleen consequenties voor de vermogensrechtelijke afwikkeling van het beëindigen van het gebruik van een gebouw als school, maar kan ook relevant zijn voor de actuele balanspositie van schoolbesturen in het primair onderwijs.

Mr.dr. S. Philipsen

Vrijstelling van de Leerplicht op grond van richtingsbezwaren; enkele ontwikkelingen in de              jurisprudentie van de Hoge Raad/p. 20

Het uitgangspunt van de Leerplichtwet 1969 is dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school gaan. De Leerplichtwet verplicht ouders hiervoor zorg te dragen. In de Leerplichtwet is slechts een limitatief aantal gronden opgenomen op basis waarvan ouders van deze verplichting zijn vrijgesteld. De meest controversiële van deze vrijstellingsgronden is terug te vinden in art. 5, onderdeel b, LPW. Deze bepaling schrijft voor dat ouders die tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen – waarop hun kind geplaatst zou kunnen worden – overwegende bedenkingen hebben, zijn vrijgesteld van de ingevolge de Leerplichtwet op hen rustende verplichtingen.

Lunchlezing 30 mei

Op donderdag 30 mei 2024 organiseert de Vereniging voor Onderwijsrecht weer een digitale lunchlezing. Deze keer staat de rechtszaak van Paula van Manen en vrijheid van meningsuiting in het onderwijs centraal. Zie Ontslag docente is inbreuk op vrijheid van meningsuiting (rechtspraak.nl)

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft beslist dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docente een ongeoorloofde inbreuk was op haar vrijheid van meningsuiting. De docente had een kritisch boek geschreven over het vernieuwde onderwijs aan het ROC waar zij les gaf. Niet lang na het verschijnen van het boek is haar arbeidsovereenkomst ontbonden. De beslissing van het hof volgt na een verwijzing door de Hoge Raad. Eerder oordeelden de rechtbank Gelderland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden anders in deze zaak.

Wouter Pors, advocaat van de docente, zal de inleiding verzorgen. Vervolgens zal hoogleraar sociaal recht Guus Heerma van Voss reflecteren op deze rechtszaak en de ontwikkelingen in de jurisprudentie. Daarna zal er zoals altijd nog ruimte zijn voor vragen en debat. De lunchlezing begint om 12 uur en eindigt om 13 uur. VvO-leden hebben een link voor de MS Teams sessie ontvangen via de VvO-nieuwsbrief.

Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 14 juni

De volgende bijeenkomst van de werkgroep medezeggenschapsrecht vindt daarom plaats op 14 juni 2024, wederom van 16.00 tot 17.00 uur. Gespreksonderwerp voor die middag zijn enkele vragen ingebracht door Marco Frijlink, voorzitter van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO). Deze betreffen de medezeggenschap bij overdracht en scholenfusie:

“Een fusie van 2 scholen van twee verschillende stichtingen kan in de praktijk de nodige vragen oproepen met betrekking tot de rechten van de medezeggenschap. Moet een school eerst overgaan naar de andere stichting? Dan is dat een fusie (art. 64 lid 1 sub a Wpo), waar op zichzelf een FER voor nodig is, waarbij de MR van de school en de GMR van de ontvangende stichting instemmingsrecht hebben. Daarna kunnen vervolgens de beide scholen kunnen op de reguliere wijze fuseren. Als we zouden zeggen dat de scholen kunnen fuseren zonder voorafgaande bestuursoverdracht dan roept dat vragen op. Een belangrijke is: hoe komt de beslissing tot stand onder welk bestuur de fusieschool komt te hangen (m.a.w. welk brinnummer wordt gebruikt). Dat is een keuze die het belang van de individuele scholen behoorlijk kan overstijgen, onder andere vanwege de financiële en personele gevolgen. Ook andersom geredeneerd: als er overeenstemming is dat bij overdracht van een school naar een andere stichting, de GMR van de ontvangende stichting moet instemmen, waarom zou deze GMR bij het overdragen van een school -uit- de stichting daar dan niks over te zeggen hebben. Kortom, ik wissel graag van gedachten over de letter en de geest van de wet ten aanzien van een fusie tussen twee scholen van verschillende besturen.”

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand (m.u.v augustus), van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 12 juli, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.

Met vriendelijke groet,

Marcel Koning

Stafmedewerker AOb / adviseur medezeggenschap

Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 5 april

Op vrijdag 5 april 2024, van 16.00 tot 17.00 uur, staat er weer een bijeenkomst van de VvO-werkgroep medezeggenschapsrecht gepland. Dit betreft wederom een korte online-bijeenkomst (via Teams).

Gespreksonderwerp deze keer betreft de inrichting van de medezeggenschap t.b.v. personeel dat werkzaam is voor meer dan één school. Bijvoorbeeld werknemers van een stafbureau, een facilitaire dienst, of een groep ambulant begeleiders die bovenschools wordt aangestuurd. Artikel 3 lid 6 WMS biedt de mogelijkheid om voor deze categorie werknemers een medezeggenschapsraad in te stellen welke (volledig) bestaat uit leden die uit en door dat personeel worden gekozen. Dat betreft een kan-bepaling. Vraag is: bij hoeveel werknemers is zo’n formele raad functioneel, en zijn er alternatieven?

De MvT bij de WMS noemt bijvoorbeeld als optie om medezeggenschap van personeel dat werkzaam is voor meer dan één school te regelen door toedeling van dat personeel aan een school. In dat geval is het personeel dus vertegenwoordigd door de medezeggenschapsraad van die school. Maar dit is vaak geen reële optie wanneer de schoolleiding niet gaat over de bedrijfsvoering m.b.t. zo’n staf- of facilitaire dienst.

Een vaak gestelde vraag is ook: hoe wordt het bovenschools personeel vertegenwoordigd in de GMR? Wanneer deze werknemers kiesgerechtigd zijn t.a.v. de medezeggenschapsraad van een specifieke school dan zijn zij op die manier ook vertegenwoordigd in de GMR. Maar als er toepassing is gegeven aan artikel 3 lid 6 WMS doet zich de vraag voor of deze medezeggenschapsraad ook een afvaardiging naar de GMR mag kiezen? En zo ja, op welke wijze de paritaire samenstelling van de GMR moet worden geborgd?

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand (m.u.v. augustus), van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 10 mei, 14 juni, 12 juli, 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.

Met vriendelijke groet,

Marcel Koning