Programma werkgroep medezeggenschapsrecht 11 oktober

Op vrijdag 11 oktober 2024, van 16.00 tot 17.00 uur, staat er weer een bijeenkomst van de VvO-werkgroep medezeggenschapsrecht gepland. Dit betreft wederom een online-bijeenkomst(via Teams). 

Gespreksonderwerp deze keer is de afbakening tussen GMR en MR bij de uitoefening van advies- en instemmingsrechten. Tijdens de bijeenkomst van afgelopen juni, waarbij het ging over overdracht en scholenfusie, werd de vraag gesteld of artikel 16 lid WMS impliceert dat alleen de GMR, of de MR, t.a.v. een advies- of instemmingsplichtig besluit bevoegd kan zijn? Artikel 16 lid 1 WMS: “De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad treedt, indien het aangelegenheden betreft die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen, in de plaats van de medezeggenschapsraad van die scholen.”

Of een voorgenomen besluit van gemeenschappelijk belang is wordt in beginsel eigenstandig door het bevoegd gezag bepaald. Maar betekent de oormerking “gemeenschappelijk belang” ook dat de bevoegdheid van de MR-en zondermeer kan worden uitgesloten? En tevens: kan de GMR onder bepaalde omstandigheden toch in redelijkheid de behandeling van een voorstel weigeren en deze verwijzen naar de MR-en van de betrokken scholen? Ofwel, tot hoever reikt het primaat van het bevoegd gezag waar het gaat om de oormerking “gemeenschappelijk belang”? Mag het bevoegd gezag met de GMR -bijvoorbeeld- een uniform schoolplan voor alle scholen afspreken? Of een faciliteitenregeling die, zonder ruimte voor maatwerk per school, voor alle MR-en moet gaan gelden?

Aanmelden is verplicht en kan via mkoning@aob.nl. De volgende bijeenkomsten van de werkgroep zijn in 2024 telkens gepland op de tweede vrijdag van de maand van 16.00 tot 17.00 uur, online (via Teams): 8 november en 13 december.

SBLO Praemium Onderwijsrecht 2025: inzendingen welkom!

Op woensdag 9 april 2025 wordt tijdens het SBLO-symposium op de VU-campus weer de prijs voor de beste onderwijsrechtelijke bachelor- of masterscriptie uitgereikt. Ook publicaties die met zo’n scriptie vergelijkbaar zijn (bijvoorbeeld een paper of een blog) komen voor deze prijs in aanmerking.

Inzendingen kunnen tot uiterlijk 13 december 2024 worden ingediend. Zie voor het reglement en het deelnameformulier de SBLO-site.

Inhoudsopgave School en Wet nr. 3 2024

ARTIKELEN

                Mr.dr. J.S. Buiting

                Sprookje of bedrog: de autonomie van de leraar bezien vanuit de Eftelingcasus/p.7

Uit het proefschrift van de auteur blijkt dat aan de leraar autonomie toekomt in het belang van de leerling. Met zijn autonomie kan de leraar in zekere mate bepalen hoe hij zijn onderwijs vormgeeft. Zijn autonomie is evenwel niet onbegrensd. De leraar moet zich houden aan zijn eigen professionele standaard, heeft te maken met regels en instructies van het bevoegd gezag en tenslotte heeft ook de leerling eigen verwachtingen van het onderwijs. De leraar zou zijn autonomie kunnen versterken door met een eigen beroepsorganisatie een professionele standaard op te stellen.

                Prof.mr. P.W.A. Huisman

Regulering en ordemaatregelen bij normoverschrijdend gedrag van leerlingen/p.13

Dit artikel betreft de reikwijdte van ordemaatregelen die instellingen in het funderend onderwijs kunnen nemen bij normoverschrijdend gedrag door leerlingen. Naast een korte beschrijving van het (beperkte) wettelijk kader en de typen van maatregelen wordt stilgestaan bij de toetsing door de rechter. Daarbij wordt aan de hand van uitspraken ook nagegaan of online overschrijdend gedrag, of strafwaardig gedrag dat zich geheel buiten de school afspeelt, kan leiden tot maatregelen door het bevoegd gezag. Ook wordt stilgestaan bij de vraag of er een speciaal regime geldt voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte.

                J.P. Jordans MA

Spanning tussen het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen en het stichten van nieuwe scholen/p.20

Er zijn verschillende manieren waarop schoolbesturen voorzieningen kunnen realiseren in het voortgezet onderwijs. Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen biedt besturen in een regio de mogelijkheid het aanbod van vo-scholen voor een groot deel samen te bepalen. Stichting van nieuwe scholen valt echter buiten deze mogelijkheden en is primair aan het bestuur van de rechtspersoon dat de nieuwe school sticht. Sinds de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen de stichtingsprocedure heeft veranderd, lijkt er (meer) spanning te zijn ontstaan tussen deze procedure en de mogelijkheden om voorzieningen te realiseren via regionale samenwerking.

Online discussiebijeenkomst werkgroep hogeronderwijsrecht 11 juni 2024

Op dinsdag 11 juni 2024 van 12:00 tot 13.30 uur vindt een online lunchtafel plaats van de werkgroep hogeronderwijsrecht, getiteld
“Implementatie van de Wet Leeruitkomsten en de Academische Vrijheid”. Inleider en hoofdgast is dr. Job Buiting.

De wijziging van de WHW met de Wet Leeruitkomsten hoger onderwijs, nu nog een maar half geëvalueerd
experiment, zal wel per 1 september 2024 in werking te treden. Daarmee is die nog niet in uitvoering. Hoogste
tijd dus voor een deskundige juridische bespiegeling, en wel mede in het licht van één van onze favoriete rode
draden: academische vrijheid. De buitenkans dat er recent is gepromoveerd op een nauw verwant onderwerp
door iemand voor wie het hoger onderwijs ook geen vreemde is, kunnen we ons dan niet laten ontgaan.

Job Buiting promoveerde op 16 april 2024 aan de Radboud Universiteit op zijn proefschrift “De Autonomie van
de leraar”. Job is wetgevingsjurist bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die functie vervulde
hij tot 2021 bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast is hij als buitenpromovendus
verbonden aan de Radboud Universiteit. Hij leidt ons langs zijn (juridische) visie op dit wetsvoorstel, mede aan
de hand van zijn proefschrift waarbij hij de autonomie van de leraar vervangt door ”de academische vrijheid van
de ho-docent” in relatie tot die van de student. Ook dit is bepaald geen theoretisch onderwerp. Maar daarbij zullen
we het niet laten; er zitten meer kritische aspecten aan deze wet.

Deze 26e discussiebijeenkomst van de werkgroep hogeronderwijsrecht van de VvO is weer een online
lunchbijeenkomst. Anders dan gebruikelijk houdt eerst Job zijn inleiding, komt daarna een inventarisatieronde bij
deelnemers vanuit universiteiten en hogescholen over de stand van de implementatie, daarna de
RondeTafelDiscussie, en pas tot slot het gebruikelijke inhoudelijke WHW-perspectief door de voorzitter.
Er is een deelname-limiet van 25 personen. Ook anders: zij die werkzaam zijn aan een universiteit of hogeschool
krijgen voorrang als de numerus fixus dreigt te worden overschreden (maar laat dat geen reden zijn om je niet
aan te melden, want een ‘andere’ blik is ook noodzakelijk). Laat je ook niet door de limiet weerhouden om aan
te melden, maar wees svp prudent en meld je in nood meteen af, zodat je plek wordt bezet door een collega.
VvO-lidmaatschap is niet vereist, maar leden (en ditmaal ook deelnemers uit ho-instellingen) hebben voorrang.
Deelname is kosteloos. Deelnamebevestiging krijg je eerder: de vergaderlink pas in de ochtend van 11 juni.
Aanmelden met naam, functie en instelling, kan alleen via info@triasnet.nl

AGENDA 26e VvO-Groep Hogeronderwijsrecht: Online LunchTafel
11:50 – 12.00 Inloggen
12:00 – 12:01 Introductie
12:01 – 12:20 Inleiding Job Buiting (wetgevingsjurist en onderzoeker)
12:20 – 12:40 Ronde langs de (instellings-)deelnemers over stand van zaken invoering
12:40 – 13:20 RondeTafelGesprek
13:20 – 13:30 Uitleiding van de voorzitter: Peter Kwikkers

Presentaties VvO-voorjaarssymposium

Op 12 april 2024 heeft het Voorjaarssymposium van de Vereniging voor Onderwijsrecht weer plaatsgevonden.

Deelnemers aan n voor het Voorjaarssymposium konden tijdens het symposium deelnemen aan twee van de drie mogelijke workshops. De presentaties van de workshops zijn nu te downloaden:

Workshop A: De (on)mogelijkheden voor uitschrijving van studenten in het hoger onderwijs door Margot de Jong-Noordermeer (jurist aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Erasmus MC) en Marjoleine van Leerdam (jurist aan de TU Delft).

Workshop B: Maakt het wetsvoorstel Vrij en Veilig onderwijs het onderwijs veiliger? door Achien Gröllers (bestuurssecretaris van de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs) en Denise LePair (secretaris bij de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs):

Workshop C:  De werkgeversrol van de RvT in de nieuwe cao bestuurders funderend onderwijs door Eric Rietkerk (bestuurslid van de VvOB) en Inge Haan (partner van ScoliX en docent bij de TOI-NVTK-academie):

Inhoudsopgave School en Wet nr. 2 2024

ARTIKELEN

Mr. dr. M.F. Nolen

Een verduidelijking van de positie van het bestuur van onderwijsorganisaties. Een reflectie op het              adviesrapport van de Onderwijsraad /p. 6

In het adviesrapport van de Onderwijsraad ‘Een duidelijke positie voor schoolbesturen’ wordt de vraag gesteld wat nodig is om schoolbesturen de verantwoordelijkheid te laten waarmaken die hoort bij hun positie in het onderwijsbestel. Aanleiding voor het adviesrapport vormden de huidige discussie over de opdracht van onderwijsorganisaties en hun besturen en recente beleidsvoornemens. Het adviesrapport volgt op eerdere adviezen van de Onderwijsraad over onder meer schoolleiders, leraren en extern toezicht. Dit is het eerste adviesrapport van de Onderwijsraad dat zich specifiek richt op het bestuur van onderwijsorganisaties.

Prof. dr. mr. R. van Schoonhoven, B. de Grunt en mr. J. van den Brink

Het economisch claimrecht in perspectief/p. 15

De  Hoge Raad wees een arrest over een zaak waarin het economisch claimrecht centraal stond. Dit claimrecht is opgenomen in art. 110 WPO en bepaalt dat het eigendomsrecht op het schoolgebouw en –terrein om niet wordt overgedragen aan de gemeente, wanneer de school ophoudt te bestaan. Het arrest geeft een interpretatie aan het claimrecht die anders is dan die waarvan gemeenten en schoolbesturen tot nu toe veelal uitgingen. Deze lijn heeft mogelijkerwijs niet alleen consequenties voor de vermogensrechtelijke afwikkeling van het beëindigen van het gebruik van een gebouw als school, maar kan ook relevant zijn voor de actuele balanspositie van schoolbesturen in het primair onderwijs.

Mr.dr. S. Philipsen

Vrijstelling van de Leerplicht op grond van richtingsbezwaren; enkele ontwikkelingen in de              jurisprudentie van de Hoge Raad/p. 20

Het uitgangspunt van de Leerplichtwet 1969 is dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school gaan. De Leerplichtwet verplicht ouders hiervoor zorg te dragen. In de Leerplichtwet is slechts een limitatief aantal gronden opgenomen op basis waarvan ouders van deze verplichting zijn vrijgesteld. De meest controversiële van deze vrijstellingsgronden is terug te vinden in art. 5, onderdeel b, LPW. Deze bepaling schrijft voor dat ouders die tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen – waarop hun kind geplaatst zou kunnen worden – overwegende bedenkingen hebben, zijn vrijgesteld van de ingevolge de Leerplichtwet op hen rustende verplichtingen.