ARTIKELEN

                Mr.dr. J.S. Buiting

                Sprookje of bedrog: de autonomie van de leraar bezien vanuit de Eftelingcasus/p.7

Uit het proefschrift van de auteur blijkt dat aan de leraar autonomie toekomt in het belang van de leerling. Met zijn autonomie kan de leraar in zekere mate bepalen hoe hij zijn onderwijs vormgeeft. Zijn autonomie is evenwel niet onbegrensd. De leraar moet zich houden aan zijn eigen professionele standaard, heeft te maken met regels en instructies van het bevoegd gezag en tenslotte heeft ook de leerling eigen verwachtingen van het onderwijs. De leraar zou zijn autonomie kunnen versterken door met een eigen beroepsorganisatie een professionele standaard op te stellen.

                Prof.mr. P.W.A. Huisman

Regulering en ordemaatregelen bij normoverschrijdend gedrag van leerlingen/p.13

Dit artikel betreft de reikwijdte van ordemaatregelen die instellingen in het funderend onderwijs kunnen nemen bij normoverschrijdend gedrag door leerlingen. Naast een korte beschrijving van het (beperkte) wettelijk kader en de typen van maatregelen wordt stilgestaan bij de toetsing door de rechter. Daarbij wordt aan de hand van uitspraken ook nagegaan of online overschrijdend gedrag, of strafwaardig gedrag dat zich geheel buiten de school afspeelt, kan leiden tot maatregelen door het bevoegd gezag. Ook wordt stilgestaan bij de vraag of er een speciaal regime geldt voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte.

                J.P. Jordans MA

Spanning tussen het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen en het stichten van nieuwe scholen/p.20

Er zijn verschillende manieren waarop schoolbesturen voorzieningen kunnen realiseren in het voortgezet onderwijs. Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen biedt besturen in een regio de mogelijkheid het aanbod van vo-scholen voor een groot deel samen te bepalen. Stichting van nieuwe scholen valt echter buiten deze mogelijkheden en is primair aan het bestuur van de rechtspersoon dat de nieuwe school sticht. Sinds de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen de stichtingsprocedure heeft veranderd, lijkt er (meer) spanning te zijn ontstaan tussen deze procedure en de mogelijkheden om voorzieningen te realiseren via regionale samenwerking.