De werkgroep Bestuur & Management van de VvO nodigt u graag uit voor een bijeenkomst over Democratisch onderwijsbestuur in het funderend onderwijs op 5 september 2019 te Den Haag. De inleiding zal worden verzorgd door Gijsbert Leertouwer die momenteel een proefschrift over dit onderwerp schrijft (promotores Miek Laemers en Pieter Huisman). Hij is in de afrondende fase van zijn onderzoek en wil graag met ons en een tweetal gastsprekers over een paar prikkelende vragen van gedachten wisselen.
Democratisch onderwijsbestuur!?
Democratisering is niet weg te denken uit het onderwijsbestuur. In onderwijsbeleid en -wetgeving is democratisering al decennia een belangrijk uitgangspunt. Echter, wat verstaan we daar precies onder? Uit nader onderzoek blijkt dat dit nog niet zo eenvoudig is vast te stellen. In scholen krijgt democratisering al jaren gestalte door de medezeggenschapsraden, maar hoe democratisch is dat systeem eigenlijk? Doet het huidige bestuursmodel voldoende recht aan de positie van alle betrokkenen in het funderend onderwijs, zowel burgers (ouders, leerlingen, personeel) als bestuurders? Een systematische analyse blijkt niet beschikbaar.
De wetgever is de afgelopen tien jaar erg druk geweest met het onderwijsbestuur. Een indrukwekkende lijst aan wetten is aangenomen om het zogeheten ‘goed bestuur’ te waarborgen. Naast maatregelen om het intern toezicht te regelen staat daarin ook de versterking van de medezeggenschap centraal. In de recente Wet versterking bestuurskracht is de invloed van de medezeggenschapsraad op het intern toezicht verder vergroot. Ook heeft het kabinet plannen om de medezeggenschapsraad instemmingsrecht te geven op de hoofdlijnen van de begroting. Zijn zulke plannen welkom of begint het systeem steeds meer te wringen?
Om niet in handen te vallen van de waan van de dag of van politieke willekeur is een gestructureerde bezinning op democratisering in het onderwijsbestuur wenselijk. Wat zou de positie van burgers en bestuurders in het onderwijsbestuur moeten zijn, bijvoorbeeld bij beslissingen over fusie, opheffing en de richting van het onderwijs? Welke uitgangspunten zijn van toepassing op de relatie tussen burgers en bestuurders? Hoe moeten verantwoordelijkheden belegd worden? Een vergelijking met de politieke democratie kan de nodige verheldering bieden voor het debat over de inrichting het onderwijsbestuur.
Vragen
– In hoeverre functioneert het systeem van medezeggenschap naar tevredenheid, zowel vanuit microperspectief van de rechtspersoon als het macroperspectief van de politiek? Is het systeem, met de nodige aanpassingen, voldoende adequaat of is het nodig om alternatieven te verkennen?
– Hoe verhoudt de functie van de medezeggenschapsraad zich tot het intern toezicht? Zijn beide momenteel voldoende onderscheidend?
– Welke rol spelen de rechtsvormen van de vereniging en de stichting in de discussie over democratisering van het onderwijsbestuur? In hoeverre is het wenselijk dat de wetgever het aan het veld laat om verderstrekkende bevoegdheden als die leden in een vereniging bezitten, toe te kennen (namelijk door keuze van de rechtsvorm)?
– Welke rol moet schaalvergroting spelen in het debat over democratisering van het onderwijsbestuur? Doet de wetgeving voldoende recht aan verschillen tussen een eenpitter in het basisonderwijs en een scholenkoepel in het voortgezet onderwijs?
Spreker
Gijsbert Leertouwer, buitenpromovendus VU en beleidsmedewerker SGP-fractie Tweede Kamer
Datum en tijd
5 september 2019, van 15.00-17.00 uur, melden om 14.45 uur.
Locatie
Tweede Kamer, ingang Lange Poten, legitimatiebewijs mee.
Aanmelden
Voor het programma en aanmelden verwijzen wij naar de bijlage.