Speciaal nummer ter nagedachtenis aan Dick Mentink

Prof.mr. P.J.J. Zoontjens

De betekenis van Dick Mentink voor het onderwijsrecht p/5

Als aparte discipline ontstond het onderwijsrecht gedurende de jaren tachtig op twee plaatsen, Rotterdam en Amsterdam. Maar mede door toedoen van Dick Mentink gaf Rotterdam later toch wel de doorslag. In het palet van levensbeschouwelijke stromingen die er in het onderwijs van zijn dagen waren, profileerde hij zich als de pleitbezorger voor het openbaar onderwijs. Zonder Dick Mentink zou het onderwijsrecht er niet zijn waar het nu is.

Prof.mr. P.W.A. Huisman

De samenwerkingsschool van Dick Mentink p/8

Deze bijdrage gaat in op de gedachtevorming van Dick Mentink over de samenwerkingsschool, een school waarin zowel openbaar als bijzonder onderwijs samenwerkt. Over ruim twee decennia heen heeft hij zich uitgelaten over de grondwettigheid van de samenwerkingsschool, vaak in relatie tot de positie van het openbaar onderwijs.

Mr. dr. J. Sperling

‘Richting’ en leerplicht: een stand van zaken p/14

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de wijzigingen van het richtingbegrip, in het bijzonder in art. 5 onder b Leerplichtwet, en de verhouding van dit begrip tot het ouderlijk keuzerecht in het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Er is veel discussie geweest over de betekenis van het begrip ‘richting’ in de onderwijswetgeving en Dick Mentink heeft daaraan zijn steentje bijgedragen.

Prof.dr. R. van Schoonhoven

Over roc’s, besturenfusies en identiteit p/21

Wie de Handelingen van de Tweede Kamer uit 1995 naslaat op de invoering van de Wet educatie en beroepsonderwijs, kan niet om het rapport Mentink-Akkermans heen. Het rapport gaat over de vraag of en in hoeverre bij de door het toenmalige kabinet opgelegde vorming van roc’s, de godsdienstige of levensbeschouwelijke identiteit van scholen voor mbo overeind kan blijven.

Mr.dr. F.H.J.G. Brekelmans

Het beroep leraar: een uitvoerend beroep? p. 25

Centraal in deze bijdrage staat de leraar als professional. Na de bespreking van de drie lijnen in de besturingsfilosofie volgens Dick Mentink, de bestuurlijke lijn, de kwaliteitslijn en de pedagogische lijn, wordt stilgestaan bij een aantal wetten in het funderend onderwijs. De bijdrage wordt afgesloten met enkele bespiegelingen over het beroep leraar en het werken in teamverband.

Prof.mr. M.T.A.B. Laemers

De Wet meer ruimte voor nieuwe scholen en de positie van scholen voor openbaar onderwijs p/32

Een van de projecten waarin de auteur mocht samenwerken met Dick Mentink was het onderzoek naar Vrijheid van stichting. Een belangrijke factor bij schoolstichting was toentertijd de belangstelling voor een bepaalde richting, die vooral werd opgevat als godsdienst of levensbeschouwing. In hoeverre zijn of worden de ideeën en standpunten uit dit onderzoek thans, zo’n tien jaar na publicatie gerealiseerd?

Mr. S. Philipsen

Naar een toekomstbestendige interpretatie van artikel 23 Grondwet p/38

Dick Mentink stond mede aan de basis van de vorming van het onderwijsrecht tot zelfstandige academische discipline en werkte vervolgens met groot enthousiasme en met veel energie aan de verdere uitbouw en het voortbestaan van die discipline. Dick Mentink heeft veel en over allerhande aspecten van art. 23 gepubliceerd en heeft hiermee een beslissende richting gegeven aan de interpretatie van, en de theorievorming over, art. 23 Gw.